donderdag 30 april 2009

Werkwoonverkeer


De blackberry van de man links naast mij wordt al een half uur stevig gebruikt. Het kleine wieltje rolt en rolt, dikke duimen rikketikken op de toetsjes. Het is vrijdagavond kwart voor 6 en ik zit in een bomvolle trein. De man en de vrouw tegenover mij zijn net neergeploft toen de trein begon met rijden. 'Als alles vol is mag je in de eerste' zei hij. Ze dragen geen businesssuits. Rechts van mij zit een jonge vrouw wier parfum ook aan het einde van de dag nog de hele coupé met gemak vult. Ze leest iets, maar ik wil niet kijken wat. Ik wil eigenlijk helemaal geen aandacht aan haar besteden, want ze overheerst al alles op olfactorisch gebied.

De eigenlijk tweedeklassers beginnen een geanimeerd gesprek. Ik begrijp dat ze werken bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg want het gaat voornamelijk over alle ins en outs van de zelfmoorden die kennelijk de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden. 'Die van gisteren konden we niet aan zien komen. En ja, het was erg vervelend dat alweer Kees hem vond. Die vindt ze eigenlijk altijd.'

Ik vraag me af of mijn perverse gedachte ook bij hen is opgekomen: Hoe kan het dat Kees ze altijd vindt? Valt daar een causaal verband te ontdekken? Maar de discussie verzandt een beetje in wie de meeste gevallen kan opsommen en hoe de patiënten het voor elkaar hadden gekregen. Kees komt niet meer ter sprake en ik word behoorlijk misselijk. De man die naast de twee hulpverleners zit, is helemaal verdiept in zijn financiële krant. Maar ik zie dat zijn ogen niet steeds lezen. Hij denkt of luistert mee met het niet te vermijden zelfmoordgesprek. Vrolijk kijkt hij niet.

Links naast me schiet de voet van de blackberryman naar voren. 'Sorry' zegt hij, want hij raakt iets. Dat hij tegen de hulpverlenerstas schopt, ziet hij niet want hij blijft staren naar zijn schermpje. Hij beweegt nu ook een beetje van links naar rechts met zijn armen, zodat ik op zijn schermpje kan loeren. Nu zie ik het: hij probeert een balletje zodanig te sturen dat hij weer een level hoger kan. Ik vermoed dat het spelletje zeer nauw aansluit op hetgeen hem in zijn dagelijks werk bezighoudt: hoe een level hoger te komen.

De conducteur rukt de schuifdeur open. Plaatsbewijzen alstublieft!

Er verschijnen 4 businesscards en twee gele treinkaartjes. Alles blijkt in orde en iedereen vervolgt weer waar hij of zij mee bezig was.


Één uur, 117 kilometer, 201 zwaar verzoete ademteugen, 7 blackberrylevels, 24 financiele pagina's, een onbekend aantal bladzijden uit een onbekend boek en 19 pogingen en 11 succesvolle zelfmoorden later stap ik uit de trein. 't Was weer een heel normale dag.

zondag 26 april 2009

Ontdekkingsreiziger after all


Voor me liggen kaarten, passers, pennen en een verrekijker. Het kompas zit vast op de houten tafel. Het is zeker nog twee dagen varen voor we land bereiken en vers water kunnen inslaan. Het is heel hard nodig. Ik weet niet waar het vocht er het eerst uit zal lopen: van onderen of van boven. En er zijn al 6 mannen -één-twee-drie in Godsnaam- overboord gezet.
De driemaster klieft de diepblauwe, ijskoude golven op z'n weg naar ver. Metershoog spat het water omhoog, het slaat over de boeg en soms over de mannen. Ze klagen niet, ze doen wat ze moeten doen. Maar de tijd gaat even traag als de zon, en die trekt slechts langzaam voorbij.
De mannen zeggen niet veel. Hun huid is zout en ruw, uitgedroogd en bruin. Voor de meesten is het meer dan de derde reis, wat een luxe is voor mij als kapitein. Goede mannen zijn schaars. En nu dit. Rottend water hoewel ik erop had gestaan het beste mee te nemen. Maar de hitte had lang aangehouden en daardoor was goed water schaars geworden. Zelfs als je goed betaalde kreeg je alg.
Ik staar naar de kaart. Ik ben hier eerder geweest, maar de koorts maakt dat ik mijn hoofd er niet bij kan houden. Beelden trekken voorbij, herinneringen lopen over in de beelden van de kajuit. De eeuwig voortdurende deining maakt dat ik nog vaster in mijn koortsdroom raak. Sylvester, Sylvester... Hij moet het doen. Hij moet verder als ik stop. Maar zover wil ik niet denken. Ik kan hier niet weg, moet deze reis afmaken. Net als de vorige reis. De overzeese vrouwen, de vruchten die daar groeien. De apen! Stoffen en specerijen gaan we halen, dit schip komt behouden aan, het moet. Goud is er betaald, de investering moet eruit. En de mannen, de mannen komen weer aan. Met klinkende munt en drank en feest. Ik moet er nu niet aan denken...

Boven is het rustig. Ze varen al anderhalve dag zonder kapitein. Alleen de chirurgijn komt af en toe binnen. Maar ik jaag hem weg.
Ik pak mijn veer en doop hem in de inkt. Ik heb altijd alles goed geregeld. Als ik mocht kiezen deed ik het zo weer. Helemaal alles opnieuw. Vooral de reizen als kapitein, die waren alles wat zich daarvoor had afgespeeld waard geweest! Maar misschien ook niet. Aafje had mijn kind gebaard en het was binnen drie maanden overleden. Ik was op zee en miste het kind en Aafje niet. Ik was niet eens met haar getrouwd, maar ik had haar na de reis geld gegeven. Misschien zelfs meer dan nodig was. Misschien had ik een zoon willen hebben.
Nu was ik vrij man, ik had nooit iemand gemist. Zou iemand mij missen? Niet nodig, over twee dagen waren we aan wal. Ik had erger stormen en rampspoed doorstaan. Toch doopte ik mijn veer in de inkt.

Aan Sylvester,

Mocht ik het onverhoopt het leven laten, dan zal jij, Sylvester, alle rechten, plichten en eigendommen van mij overnemen. Ik wens u allen, bemanning van 'De Duif" wijsheid, vertrouwen en een behouden vaart.

Arend-Jan, Kapitein van 'De Duif'
16 April 1658

De zee deint iets minder, de botsingen met de golven lijken wat aan kracht te verliezen. Ik voel me moe, erg moe. Daarom trek ik mijn schoenen uit en kruip rillend in mijn kooi. Ik zink weg in de koorts. Daarna zie ik van een afstand hoe de chirurgijn binnenkomt, mij verzorgt, maar ik slaap. Tot ik weg zweef en liefdevol nog eenmaal naar mijn mannen kijk, die plichtsgetrouw het dek schrobben en de touwen sjorren, om op te loeven tegen de wind.....

Nu zit ik een beetje achter mijn pc. Ik dacht dat ik die boottocht af kwam maken, maar dat had Sylvester al gedaan. De hele aarde blijkt al ontdekt. Tegenwoordig ga je met wat muisklikken de wereld over. Of met een vliegtuig. Oja, met Google Earth kun je ook ieder plekje van de aardbodem zien. Best gaaf allemaal. Reizen is niet meer wat het was. Maar ik heb iets anders gevonden. Een blog. Daar valt nog veel te ontdekken. Mag ik u uitnodigen op deze reis?