zaterdag 31 oktober 2009

In gesprek met een mus*


'Mus, is het waar dat de mens steeds oppervlakkiger communiceert?'
'Daar is natuurlijk geen sprake van. Ik zou eerder zeggen: hèhè, eindelijk heeft de mens het twitteren ontdekt.'

'Heeft twitteren diepgang dan?'
'Dat zou de vraag niet moeten zijn. Twitteren is hier en nu en continu. Noem dat eens geen verbetering. Iets beleven en het meteen delen, communicatie pur sang. Twitteren vervult een primaire levensbehoefte.'

'Mensen zijn toch geen vogels, ze communiceren toch anders!'
'Oh ja? En waarom twitteren ze dan? Is het niet gewoon de ultieme exponent van het communiceren met je groep?'

'Misschien moet ik het eens aan een slak vragen.'
'Doe dat. Mijn ei is gelegd.'

*Geregeld vind ik dieren in de tuin waarmee ik een gesprek aanga.

vrijdag 30 oktober 2009

In gesprek met een kikker*


'Kikker, is het rechtvaardig dat de AOW-leeftijd wordt verhoogd?'
'Iedereen wil jong blijven tegenwoordig, het gros van de Nederlanders komt pas van school als'tie bijna 30 is, alles verschuift. Kinderen krijg je tegenwoordig op je 40ste of later, in het verlengde daarvan zie ik de AOW-leeftijd verschuiven. Het is een logisch gevolg en staat los van rechtvaardigheid.'

'Maar de mensen die al jong begonnen zijn met werken? Hoe zit het daar dan mee?'
'Ik vind het erger voor de mensen die helemaal nooit gewerkt hebben. Want die werken nog langer nooit.'

'En de mensen die vanwege hun leeftijd geen baan meer kunnen vinden, hoe moet het daar dan mee?'
'Ach, tussen de wal en het schip vind je de meeste vliegen is een bekend amfibiegezegde. Waarschijnlijk loopt het zo'n vaart niet. Tegen die tijd is er een schreeuwend tekort aan opa's en oma's, juist doordat iedereen op z'n 40ste pas aan kinderen begint. Ik zie daar nieuwe functies ontstaan waar tegen die tijd grif voor wordt betaald.'

'Is Nederland nog wel sociaal?'
'Vanuit kikkerperspectief valt het tegen. Er zijn steeds meer ooievaars... en de vijvertjestrend is over z'n hoogtepunt. Maar ik klaag niet, ik duik bijna een seizoen de blubber in.'


*Geregeld vind ik dieren in de tuin waarmee ik een gesprek aanga.

woensdag 21 oktober 2009

Danse macabre








Toen ik vandaag deze bomen fotografeerde vroeg ik me af of ze tijdens het omzagen nog weg probeerden te rennen. In het echt staan ze nu net zo stil als op de foto's.
Ik zie ze liever levend.

maandag 19 oktober 2009

Gezichtspunt



Mijn perspectief is traag en wijd
naar menselijke maat
Het neemt niet weg dat ook voor mij de tijd
steeds sneller gaat

Structureel lelijk



Structureel-lelijke-dingen-in-huis heb ik gefotografeerd. Gek genoeg waren dat vooral technische zaken. Dingen die 'het moeten doen' en er kennelijk niet voor de sier zitten. En dat vind ik jammer, want waarom kan mooi en functioneel ook in huis- tuin- en keukentechniek niet samen gaan?

Hier valt op marketing- en esthetisch gebied winst te behalen. Het is nu namelijk bepaald geen reclame voor het energiewezen als men de meterkast beziet. Om van de insallatiebureaus nog maar te zwijgen. Daarom dames en heren van de technische diensten: verzin eens iets origineels en prachtigs. Neem bijvoorbeeld eens een ontwerper in de arm. Ik pleit voor een Jan des Bouvrie buizenstelsel en een Marcel Wanders meterkast. Zodat binnenkort de gemiddelde huisman of -vrouw vol trots zegt: 'Heb je mijn nieuwe meterkast al gezien?"

zondag 18 oktober 2009

Moos



Wij hebben een huisfilosoof die graag op onconventionele plaatsen mediteert. Erg mededeelzaam is hij niet, maar zo nu en dan betrekt hij ons in zijn denkprocessen.

Processen zijn het, want DE waarheid bestaat in zijn ogen niet. Alles is schijn en bovendien veranderlijk. En daarover verschillen hij en ik van mening.

"Waar zijn de dahlia's gebleven?" Vraag ik op zondagochtend als de tuindeuren opengaan. Ik zie behalve een paar geknakte stelen geen enkele roze bloem. Gisteren stonden ze er prachtig bij, dat weet ik zeker, maar de bloempot zwijgt.

Met koffie plof ik iets later op een stoel naast de geknakte stelen. Ik staar Moos in zijn bloempot aan en wacht op antwoord. Het beeld van de dieproze kleur van de late herfstbloemen die ik in het voorjaar zo zorgvuldig had geplant suddert na in mijn hersenpan.

Moos gaapt en rekt zicht uit. 'Vorig jaar, kun je je die zonnebloemen herinneren?' Vraagt hij.
'Jazeker, prachtig geel waren ze. Ook die heb je afgeknaagd!'
"Maar je weet nog hoe ze eruit zagen?" Hij kijkt me veelbetekenend aan en zwijgt. Dan verdwijnt hij met een sprong tussen de struiken.

Ik sta op en veeg zijn keutels bij elkaar. Alles is schijn en veranderlijk, jaja. Volgend jaar poot ik jeneverbessen.

vrijdag 16 oktober 2009

Groene droom




Dól ben ik op avocado's. De zachtgroene kleur van het vruchtvlees, de glooiende vorm, de handzame grootte en vooral de smaak, echt alles vind ik aantrekkelijk. In deze tijd van het jaar kun je weer prachtige exemplaren kopen. Of kweken, want dat is natuurlijk nog leuker.

5 jaar geleden heb ik een paar pitten in een pot gestopt en het grote wonder geschiedde: er groeiden planten uit. Prachtig, want ik ben ook dol op avocadobomen. Ooit klom ik een seizoen lang door de takken om vruchten te plukken, maar dat was buiten in een boomgaard en in een warm land. Niet in mijn slaapkamer waar nu dus twee bomen langs het plafond hun weg naar de ramen zoeken met bladeren van wel 50 centimeter lang.

Van vruchten is overigens nog geen spoor te bekennen, dus die koop ik nog steeds op de markt. Wel heeft een van de twee reuzen een keer wat ielige bloemetjes gehad, maar dat resulteerde niet in fruit.

Ik hou goede moed. Op een dag word ik wakker met een guacamole-ontbijt in mijn eigen groene jungle, dat weet ik zeker. Tot die tijd klim ik door de takken naar mijn bed en droogt de was prima tussen de bladeren. Zolang de rupsen, merels en hagedissen buiten blijven, komt er geen kapmes of snoeizaag aan te pas. Ik droom van Hass.

zondag 11 oktober 2009

Die goeie, ouwe tijd


In 1907 bedacht de Londense aannemer William Willett de zomertijd.
Hij dacht na over besparingen en schreef als gevolg daarvan een pamflet dat de titel 'The waste of daylight' droeg. 'Zet je klok gedurende de zomer 80 minuten vooruit en profiteer optimaal van het daglicht' was zijn boodschap. Winston Churchil vond het wel wat en in 1916 zette Engeland voor het eerst de klok één uur vooruit.
Uiteindelijk ging heel Europa overstag.

Ik zit er maar mee, met die zomertijd. Het lijkt namelijk alsof iedereen het normaal vindt dat zo'n afspraak gewoon wordt nageleefd. Zomaar, zonder dat de helft van de bevolking een uur te laat op het werk verschijnt, de winkel stiekem op de oude tijden open blijft of het horloge gewoon op de oude tijd blijft staan. Dat vind ik raar. Onbegrijpelijk zelfs.

Waarom lukt het bij zoiets stoms als de tijd die toch een verzonnen grootheid is, een illusie van jewelste, wél om ons met z'n allen aan een afspraak te houden (er zijn niet eens straffen bedacht voor degenen die zich er niet aan houden) en met zoiets als gif op eten spuiten niet. Of afval dumpen, oorlog voeren, vieze auto's blijven produceren enzovoort? Zijn er dan nog niet genoeg pamfletten geschreven over 'the waste of natural resources' of 'the waste of lives'?

Misschien ben ik te negatief. Want aangezien het dus mogelijk blijkt om over iets onbenulligs als de tijd collectief een afspraak te maken, lukt het misschien ook met iets echt belangrijks. Het weggooien van afval op straat bijvoorbeeld. Daarom hoop ik nog eventjes door. Tot we de klok weer moeten verzetten. Maar als er dan nog afval op straat te vinden is, doe ik niet meer mee. Dan blijft de oude tijd de goeie.

zondag 4 oktober 2009

Hete herfst




Kabouters waren ooit rustige, onopvallende wezentjes die een teruggetrokken bestaan ergens diep in het groene woud leidden.
Vroeger, ja toen was het gepuntmutste volkje nijver en vrolijk. Toen togen ze dagelijks blij aan de arbeid en hielpen graag nooddruftige mensen die hongerig verdwaalden in het bos. Maar die tijden zijn voorbij. Misschien wel voorgoed.

Grad 3 en Pir 7 waren met schepjes en shoveltjes onderweg naar een vers dood zwijn toen plots uit het karrenspoor rechts een peloton mountainbikers schoot. Pir 7 werd voluit door een zwetende vijftiger geraakt en zit nu voorgoed in een eikeltjeswielwagentje. Hij klaagt nooit, maar het valt vies tegen op de onverharde bosgrond de andere kabouters te bezoeken of eten te verzamelen.

Ook Bes 2.5 heeft een dergelijk verhaal. Zij was met Rol 1 tot en met 4 onderweg naar ouwe oma Bes 2, toen met veel stokgeweld 7 nordic walkers plots door de struiken braken. Rol 1 en 3 werden voor haar ogen als stukjes saté aan een noorse stok geregen en meegevoerd. Met behulp van wat everzwijnen zijn de kinders later teruggevonden, maar helemaal goed is het nooit meer geworden.
En zo gonst het van de verhalen in het bos. De sfeer is er inmiddels om te snijden en er wordt al een tijd over structurele maatregelen nagedacht.

Vandaag heb ik 3 uur met mijn camera tussen het late herfstgroen gelegen in afwachting van … tja, van wat? Plots gebeurde er iets: een kudde hardlopers zwoegde zwetend door het struweel. 7 minuten voordat zij mijn verstopplaats bereikten, hoorde ik ze al aankomen. Ondanks de zachte bosgrond dreunde hun gestamp door de aarde en zij schreeuwden luid naar elkaar. Maar één minuut voordat zij voorbij denderden verscheen er een kabouter voor mij op het pad. Ik herkende hem bijna niet, want hij had zijn rode puntmuts verruild voor een helm en in zijn hand droeg hij een wapen. Snel greep hij naar een lederen tasje aan zijn broekriem en strooide wat poeder over de bosgrond. Daarna verstopte hij zich achter een boom. De zwoegende heren raasden voorbij en verdwenen uit het zicht. Maar voordat ook hun geschreeuw verdween hoorde ik ze roepen: 'Zijn we door de brandnetels gelopen ofzo?' ook klonken de woorden: 'jeuk' en 'blaren'. Bovendien klonk er gevloek.

Ik klikte met de camera net op het moment dat de kabouter vergenoegd naar het resultaat van zijn arbeid luisterde. U bent gewaarschuwd.