zondag 14 november 2010

Foute verhouding


Vandaag heb ik het empirisch onderzocht, een fenomeen dat mij al jaren dwarszit. Hier volgt de bevinding:

In de Elsevier van 6 november staan maar liefst 141 mannen afgebeeld en 26 vrouwen. En in een willekeurige krant, de Stentor van 11 november, 71 mannen en 24 vrouwen. Je hoeft er verder geen statistische berekeningen op los te laten om te zien dat de verhouding behoorlijk zoek is. En dat vind ik een heel trieste constatering.

Moet ik nu de barricades op? Me aansluiten bij de derde golf feministen? Honderden vermoeiende discussies lopen voeren? Al die heren door middel van tegengas voeden in hun overtuiging van belangrijkheid? Ik word al moe als ik er aan denk.

Ik heb een ander idee. Iets in onze taal klopt namelijk helemaal niet, en dat verklaart een hoop. Ik bedoel het werkwoord 'zijn'. Als we al met de paplepel ingegoten krijgen dat 'wij zijn' (terwijl 'zijn' een mannelijk bezittelijk voornaamwoord is), vind ik het niet gek dat de hele samenleving doordrenkt is van mannelijk gevoel van superioriteit. Daarom dames, stel ik voor dat wij voortaan ons taalgebruik aanpassen. Wij 'zijn' helemaal niet, wij zijen voortaan. En niet zo'n beetje ook!

zondag 7 november 2010

Get a life!



Er was eens een onlinegamer die in een diepe, donkere grot woonde. Er viel geen moer te beleven zo midden in de berg. Het was er al jaren tochtig en koud en er veranderde nooit wat in het donkere hol. Onlinegamer vond er geen moer meer aan, maar ja, wat moest'ie anders? Een beetje zelf de wereld ontdekken soms, terwijl hij via z'n pc-tje kon zien dat het een bende in de wereld was? Hij peinsde er niet over. Dan bleef hij liever ondergronds onlinen. 'Tikkerdetikkerdetik' ratelden zijn vingers over het toetsenbord: een heerlijk vertrouwd geluid. Hij greep met een snelle beweging naar links, en beet vervolgens met een luid gekraak de kop van een kakkerlak af. Toen schoot hij met een muisklik een paar aliens verrot.

Op een dag hoorde hij een vreemd geluid. Het kwam bij de ingang vandaan. Het leek of er mensen naderden! En ja, even later zag hij lichtjes schijnen.... Kon hij stoppen met zijn game? Wegrennen, zich verstoppen? Shit, hij moest die Tycon Hero nog killen....

'Je bent er gloeiend bij!' riep een harde mannenstem plots in zijn oor. 'Meekomen mannetje!'

Verschrikt stond hij op, zijn muis nog in zijn hand, één oog nog op het beeldscherm gericht. 'Maar de Tycons dan?' bracht hij vertwijfeld uit.

Het baatte niet, meekomen zou hij. Naar buiten, in het volle licht, dat hij al jaren niet meer had gezien. Zodra hij buiten kwam, denderde infected predatory animals vlak langs zijn benen. En nu hij goed keek, de man die hem zonet naar buiten had gevoerd, droeg een Blunderbuss, die alleen kan worden geladen met stukjes verzengde zombie uit de nooit eindigende nachtmerrie 'Red Dead Redemption.' Op de keper beschouwd was het buiten lang niet gek!