dinsdag 31 januari 2012

Poll



Beste lezer,

Ik waardeer het zeer wanneer je de moeite neemt dit: @@#$%#$%&@??? aan te klikken en de vraag te beantwoorden. Alvast mijn hartelijke dank!

Judith

zondag 29 januari 2012

Pipa en Sopa

Grote organisaties willen meer macht. In Amerika zijn de recent voorgestelde internetwetten (SOPA, PIPA) daarvan een zichtbaar gevolg. Pipa staat voor Protect IP Act, en SOPA betekent Stop Online Piracy Act. Allebei de wetten zijn ontworpen om het gratis gebruik van auteursrechtelijk beschermde inhoud strafbaar te stellen. Die wetten gaan heel ver.

Het rare is dat dezelfde grote organisaties juist groot werden door diezelfde consumenten die zo graag deelden, gebruik maakten van, reclame maakten voor. Organisaties hebben daar jarenlang enorm van geprofiteerd en doen dat nog altijd.

De wetten zijn niet door de senaat gekomen. Gelukkig maar, want probeer je eens voor te stellen wat invoeren van die wetten betekent: je mag niets, maar dan ook niets meer dat auteursrechtelijk is beschermd, vrij gebruiken. In opdracht een leuke Bambi op de muur van een kinderkamer schilderen? Verboden. Foto maken in de Mc Donalds en op je website zetten? Eerst betalen. Filmpje maken van een karaokeavondje en delen op youtube? Eerst toestemming aan de platenmaatschappij vragen en dokken. Trouwens, mag je straks überhaupt nog gratis een liedje zingen?

De mission statement van Disney luidt: 'To make people happy'
Platenlabel EMI: 'EMI Music brings artists and fans together by driving action and creating value wherever music is experienced'
McDonalds: 'Our mission is to be our customers' favorite place and way to eat'

Organisaties bestaan dankzij hun klanten. Een organisatie is geloofwaardig wanneer de missie in lijn is met het gedrag van de organisatie. Maar Disney maakt mensen niet happy wanneer het verboden is het raam van de basisschool vol te schilderen met Disneyfiguurtjes. Leg dat eens uit aan een kind? Bovendien: zou Disney echt liever zien dat hun doelgroep Japanse Manga's op het raam heeft? Ik denk het niet. Daar wordt Disney zelf niet happy van.

Het tegenstrijdige is dat internet, waarop organisaties veel aandacht en reclame genereren, tevens het doelwit van diezelfde organisaties is. Het tegenstrijdige is ook dat de missie van veel organisaties niet overeenstemt met hun acties en het gelobby om tot strenge wetgeving te komen.

Met de Europese variant de 'Acta' hijgend in de nek, zijn we nog niet uit de gevarenzone. Ook hier wordt steeds meer over regels en sancties ten gunste van grote organisaties nagedacht. Nederland heeft vooralsnog 'nee' gezegd, maar toch. De discussie woekert voort.

Mijn idee is dat organisaties die oprecht in hun missie geloven en daar naar handelen, helemaal geen ACTA, PIPA, SOPA nodig hebben. Consumenten 'gunnen' hun favoriete merken veel, maar dan moet die organisatie wel geloofwaardig zijn. En juist dat laatste wordt met al het gelobby voor strenge wetgeving zo onderuit gehaald.

Op dit stukje is het auteursrecht van toepassing. U mag het delen en gebruiken zo vaak u wilt.

woensdag 25 januari 2012

Economie

Het boekje is weerzinwekkend lelijk, oersaai en buitengewoon onaantrekkelijk geschreven. Bovendien is het gedrukt op grijs kringlooppapier, een kwestie van geld besparen waarschijnlijk. Het kost mij -net als 30 jaar geleden- erg veel moeite m'n aandacht erbij te houden.
Ik overhoor mijn kind z'n economie.

Hoe kan het dat in een tijd van social media vol snelle aantrekkelijke tekstjes, flitsende vormgevingsmogelijkheden, extreem veel goede tekstschrijvers en gedegen kennis van leerprocessen dit soort ellende aan kinderen wordt aangeboden? Hoe kan een docent een kind motiveren deze gortdroge kost tot zich te nemen, laat staan interessant te vinden? Hoe houdt zo'n docent het überhaupt vol?

We zwoegen door de rij definities en eindeloze grafieken. Na drie kwartier is m'n energie op en stuur ik m'n kind naar boven om de laatste puntjes op de i te zetten. Als hij voor zijn toets qua kennis (=arbeidsfactor) het breakeven point qua goede antwoorden haalt, dus een 6 voor z'n toets scoort, zal ik hem de hemel in prijzen.

Als dit boekje de weerslag is van de manier waarop economen in het leven staan, dan begrijp ik waardoor we in een zware economische crisis zitten. De aansluiting met de mensen die deze kennis hard nodig hebben om er later iets van te maken, ontbreekt. Of, in economische termen gesproken: uw aanbod sluit niet aan op de vraag.
Hoe jammer is dat?

vrijdag 20 januari 2012

United by passion

Zonder één file reden we vanmorgen naar Amsterdam, linea recta naar de bijeenkomst van United by Passion. Ik had geen idee wat ik kon verwachten.

In een zaal met een man of 100 bestond het ochtendprogramma uit verhalen van bevlogen sprekers, die vertelden over leven vanuit passie. Geloof het of niet, het werkte vre-se-lijk aanstekelijk. Onder andere Frank du Mosch hield een betoog over organisaties en instellingen in Nederland en hoe het er aan toe gaat: regels, protocollen, overhead en 7 dubbele bestuurslagen, het is allemaal killing voor onze passie. Er moet iets veranderen, willen we voorkomen dat we allemaal ten onder gaan aan bureaucratie en het Grote Graaien.

Het middaggedeelte bestond uit zelf aan het werk. Wat is je droom, hoe ga je die verwezenlijken?
Hoe suf ik dit soort gepraat meestal ook vind, hier werd ik echt heel blij van! Anderhalf uur met elkaar spreken zonder één 'maar' of tegenwerping te horen, anderhalf uur elkaar versterken, aanvullen en afspraken maken over hoe nu samen verder. Wat een verademing! En dat allemaal met vreemden, van wie alleen de voornaam te lezen viel op hun opgeprikte badge.

Helemaal opgefrist en blij reden we huiswaarts. Het kan dus écht, je passie leven. Ik heb het vandaag gevoeld en het werkt ontzettend aanstekelijk. Geef dus de moed niet op: naast bureaucratische regels en vele, vele bestuurslagen, waart er vanaf heden iets heel besmettelijks in Nederland rond. Het is de schrik van conservatieve instituten en ambtelijke apparaten. Maar ook van de bancaire wereld en de Grote Graaiconcerns. Het is het passievirus. Ik wens dat het velen aansteekt en dat het langzaam maar zeker grote organisaties en onszelf onze gezondheid terug geeft.

Ja, ik besmet u graag.

donderdag 19 januari 2012

Ontdooien

Iedere woensdagavond togen Oli met zijn dirigeerstok, Suzan met haar cello en ik met mijn viool van Amsterdam naar Utrecht. Soms per trein, meestal in het aftandse diarreebruine barrel van de dirigent. We speelden in een groot symphonieorkest, Stravinsky en Britten, van Beethoven tot Gershwin of Mozart, alles wat enigszins speelbaar was persten we onze instrumenten uit. Het koste ons en de gehele vrouwelijke helft van het orkest geen enkele moeite onze dirigent níet uit het oog te verliezen. Het was een bijzondere man.

Na de repetitie reden we braaf Amsterdamwaarts alwaar we steevast de kroeg in doken. In de loop der tijd verschenen er steeds meer IJslanders in die kroeg. In IJsland bestond geen universiteit, dus alle studenten trokken Europa in om kennis te vergaren.

De IJslanders hielden hun tradities in ere. Zij hadden altijd een flesje 'brennevin' paraat en schudden immer onnavolgbare grappen uit hun mouw. Eens per jaar organiseerden de IJslandse studenten ergens in Europa een ongekend groot feest. Na zovele avonden in de kroeg, zoveel uren zwoegen op partijen en partituren, na zovele gedeelde grappen en grollen, ontstond het plan gedrieën naar Parijs te rijden, om daar het jaarlijkse þorrablót te vieren. Dat we mee mochten was bijzonder. IJslanders zijn behoorlijk intern gericht.

Ik herinner me een grote zaal barstensvol IJslanders, veel brennevin en wilde livemuziek waarbij onze immer beschaafde dirigent een knalroze blouse aantrok en compleet de beest in zichzelve bevrijdde. Daarnaast bleek hij een prachtige IJslandse vriendin te hebben, iets waar wij al die tijd geen weet van hadden. We waren direct een illusie armer, maar het mocht de pret niet drukken. Suzan en ik stortten ons luidkeels aangemoedigd door enthousiaste fijnproevers, op de exotische, speciaal ingevlogen dis. Hoogtepunt vormde het gerecht van geitentestikels in 't zuur. Daarna dansten we tot diep in de nacht.

We verloren elkaar allemaal uit het oog. En nu, jaren later, heb ik met een wedstrijd een reis naar IJsland gewonnen. M'n viool laat ik thuis, maar ik zal steeds rondloeren of ik oude bekenden zie!

woensdag 11 januari 2012

Cursus

Het ging de laatste tijd zo verschrikkelijk goed dat het hoog tijd werd voor een bij- of nascholingscursus. Om mezelf naar een scholing te hijsen, kost altijd wat geld en moeite, vandaar. Uiteindelijk vond ik deze:

'Tip jezelf in een dip'
en bewijs jezelf en anderen een grote dienst

De eerste lesdag was loodzwaar. Het hele lokaal stroomde vol blije, selfmade, positieve mensen die zichzelf al lang als Merk hebben gepositioneerd en daar nog van genieten ook. De energie spatte er van af. De docent, Sjoerd S. was daarentegen erg zwaar op de hand, op het depressieve af. Maar voor hij zijn leerlingen met minimale inspanning van zijn kant wat tot bedaren kreeg, was de gehele ochtend al voorbij.

De gretigheid waarmee wij ons die middag na de karige lunch op de lesstof stortten, kon zijn goedkeuring niet wegdragen. Hij hield ons direct een spiegel voor en dat bleek een echte eyeopener: gretigheid kan negatief zijn! Sjoerd S: 'De basis voor de huidige crisis, de onverzadigbare honger naar meer, het Grote Graaien, dat is wat jullie op deze manier continu voeden.' Het lachen begon al lichtjes te vergaan. Hij maande ons tot achterover hangen en dwong zijn gehele klas daarmee direct uit de comfortzone. Het ergste was nog wel dat NIEMAND een elevatorpitch van één minuut over zichzelf mocht houden. Anoniem en merkloos ongepositioneerd afwachten, het ongemakkelijk op stoelen schuiven was daarmee wel begonnen.

De tweede lesdag ging over 'Wat doe jij de ander aan?' Het besef dat blijheid, energie en persoonlijk succes veel jaloezie oproept, was nieuw. Toen dat besef goed doordrong, stond de groep open voor ons eerste Anonieme Afzeikmoment. Behoorlijk beteuterd maar gelouterd kwamen we die tweede lesdag uit. Het bekende lagere toontje werd nu door iedereen gemakkelijk gezongen, we gingen goed achteruit.

Inmiddels zit ik tegen de examens aan te hikken. Sjoerd S. vindt dat ok. 'Hoe dieper de dip' zegt hij, 'des te minder reden tot teleurstellingen'.

Als ik zak, ben ik geslaagd.