zondag 31 juli 2011

Bretagne




vrijdag 29 juli 2011

Koers bepalen


In Turkije ging het echt heel gemakkelijk. Je stapte naar een botenverhuurbedrijfje, gaf wat geld en húp, je kon stuiterend in een onverantwoorde, met vele pk's uitgeruste sloep de woeste golven van de zee op. Met die ervaring in mijn achterhoofd, goed, het was 20 jaar geleden, maar toch, stapte ik vandaag het keurige kantoortje in Fouesnant le Foret binnen. In Bretagne dus.

Niet dat ik op Fransen val, maar de meneer van dit kantoor was op zijn zachtst gezegd ongelofelijk knap. Hij ging nautique gekleed, fris wit met blauw, maar zeker niet truttig, eerder bonkig, kortom, ik gunde hem wel een verhuur overeenkomst. En ja, hij had zowaar nog één boot liggen, een lombard met wat getallen in het Frans erachter. Aangezien de folder die ik ter voorstudie had geraadpleegd, vermeldde dat de lombard-nogwat het kleinste motorbootje was, antwoordde ik ogenblikkelijk in vloeiend Frans dat het me hét perfecte kleine motorbootje leek. Toen hadden de belletjes moeten rinkelen, want hij fronste zijn prachtige wenkbrauwen.
'Loopt u anders even mee, dan kunt u hem zien.' zei hij, en ik volgde hem naar het water.

De boot overtrof mijn stoutste verwachtingen. Wat een geweldig ding! Hij leek in de verste verte niet op het rottige kleine prutsgevaarte uit de folder. In dit exemplaar zag ik mij al langs de Bretonse kust zwerven, nonchalant wat meegebracht stokbrood knagend, roseetje erbij, het Franse goede leven genietend. Het barst van die bootjes langs de kust nietwaar? Toen noemde hij de prijs en het werd zwart voor mijn ogen.

Maar zo gemakkelijk liet ik deze droom niet aan mij voorbijgaan! Nu ik hem eenmaal had gezien wilde ik er mee varen ook! Het is per slot van rekening maar eenmaal per jaar vakantie. Dus staarde ik de man diep in zijn zeegrijze ogen en vertelde hem dat zijn boot prachtig, maar onbetaalbaar was.
Gelukkig bleek de bonk gevoelig, en haalde hij direct 25 euro van de prijs af.

In het kantoortje maakte hij de papieren in orde, onderwijl vrolijk babbelend over vacances en andere prettige onderwerpen. Toen vroeg hij om mijn vaarbewijs.
'Pardon??? Een vaarbewijs?' Mijn droom spatte daar, in dat prettige kantoortje met de boot in zicht, in duizend gruzels uiteen. Gelukkig bleek de bonk nóg gevoeliger dan ik dacht. Hij belde directement een collega, 15 kilometer verderop, regelde een bootje voor ons, wel op een rivier, maar het zou vast leuk worden én veel goedkoper. Hij schreef de route voor ons uit en drukte tot slot een visitekaartje in m'n hand. Behalve zijn naam stond er 'Gardez l' esprit libre'.

Nou monsieur Cristian Dulot, dankzij uw bemoeienissen hebben wij een geweldige middag gehad! En ik heb een wijze les geleerd. Het gaat helemaal niet om de grootte van de boot, zolang je hem maar niet mist.

donderdag 7 juli 2011

Special



18 I was, young, green and unhappy. That's when I left the Netherlands and fled to Isreal.

The first two weeks were unforgettable. I stayed with a wonderful family in Ramat Gan, a suburb of Tel Aviv. The overwhelming sweetness and warmth of their love was great, but it made me feel misserable. Apparently I'd been missing something. And how could I ever return what they gave to me?

I left Ramat Gan and went to a kibbutz in the north. During a year I had a great time, working, falling in love, trying some stupid things, running around. And whenever I needed someone, they were there.

That was 26 years ago. Only in the beginning of the nineties I've been back for a lovely, short reunion. Now I suddenly got this phonecall from Ramat Gan. In september they will be here. To stay with me, talk about everything and to feel that an act of love is stronger than words can ever express. This time, I'll try.

zondag 3 juli 2011

Mensenwerk

Collega's, leidinggevenden, je kiest ze niet. Heb je een baan, dan heb je ze. Deal er maar mee.

Ik heb er heel veel gehad, banen, collega's en leidinggevenden. De meeste banen waren leuk, en op zijn minst zeer leerzaam. Voor de collega's en leidinggevenden geldt hetzelfde, maar dan 2 keer zo sterk. Je kunt nog zo'n mooi vak hebben, wie je bent als mens is veel bepalender.

Een vriendin van mij voor wie ik ook wel eens communciatieklussen doe, heeft een fantastisch concept bedacht. Het heet 'Run 'n hotel'. Het gaat als volgt:

Een team, maar liever nog een club managers of leidinggevenden, draait minimaal 24 uur volledig mee in een groot, behoorlijk 'classy' hotel. Voordat zij een hotelfunctie krijgen toebedeeld, wordt gekeken welke competentie betreffende persoon kan ontwikkelen. Vaak heeft het met klantgerichtheid te maken, maar er gebeurt ook iets heel anders. In tegenstelling tot de als paddenstoelen uit de grond schietende workshops over inspirerend leiderschap, waarbij iedereen elkander de hemel in prijst en iedereen ineens een geweldig inspirerend leider blijkt te zijn, krijgt hier de leider opdrachten om de bedden op te maken. En snel een beetje, want de volgende gasten hebben net beneden bij de CEO die achter de balie staat, ingecheckt. Truus van de afdeling 'kamers' zit dus de regiomanager flink achter de broek. Vooral wanneer blijkt dat hij de lakens wel uitdeelt, maar niet strak gespannen over de bedden legt. En dan moet al het werk opnieuw.

Gisteren sprak ik mijn vriendin. Zij had er net een 'Run 'n hotel' opzitten. Er was één manager vroegtijdig vertrokken. Hij riep bij iedere opdracht 'Weet jij wel wie je voor je hebt?' of 'Tegen wie denk jij wel dat je het hebt?' Tja, daar had Truus met de hete adem van de nieuwe gasten in haar nek natuurlijk geen boodschap aan.

En zo blijkt weer eens hoe belangrijk het is wíe je bent en niet wát je bent. Een fijne collega of een prettige leidinggevende bijvoorbeeld.

Vorige week ging ik uit eten met een heel stel ontzettend fijne ex-collega's. We werken niet meer samen, maar dat is niet het belangrijkste wat ik mis. Ik mis hen.

Literairiteiten


'Een geintje' dacht ik in 2008. In 2011 moet ik echter constateren dat het is uitgegroeid tot een bloedserieuze zaak, het zoeken naar twee identieke, literair verantwoorde jurken.

Op een mooie dag, het zal juli 2007 zijn geweest, kwam het bericht dat Manuscripta voor de eerste keer voor publiek toegankelijk zou zijn. Mijn zus en ik, wat boeken en literatuur betreft niet hevig onderlegd, raakten geïnteresseerd. Omdat mijn zuster eind juli nu eenmaal jarig is, kocht ik ter ere van haar en de boeken kaartjes. Samen togen wij begin september naar het Westergasfabrieksterrein te Amsterdam, waar ons leven voorgoed zou veranderen.

´Het is een ranzig boek´ antwoordde de man met de twee grijze pluimpjes kroeshaar.
´Ik heb het snel geschreven en er zit veel ranzige porno in.´ De interviewer knikte begripvol en stelde de volgende vraag. Het publiek luisterde rustig en aandachtig. Ik keek nietbegrijpend naar mijn zus, zij keek evenzeer nietbegrijpend naar mij. In welke vreemde film waren wij beland? Wij concludeerden dat dit nu literair moest zijn.

Onbegrijpelijke poëzie, vreemdsoortige interviews met soms wereldvreemde figuren, curieuze prijsvragen en wijn- en kookboekproeverijtjes wisselden elkaar in een hoog tempo af. De dag vloog voorbij. Aan het eind stonden wij totaal verbijsterd met tassen vol romans en voorproefjes van divers hoogstaand literair werk en veel vreemde ervaringen rijker bij de uitgang. Eén ding was ons zeer duidelijk: wij hadden van de wonderlijke literaire wereld geproefd. Wij wilden nooit meer zonder. Maar wij zouden ons best moeten doen om beter te kunnen integreren in de wereld der schrijvers...

Het jaar daarop had mijn zus een geniale inval. Konden wij niet dezelfde kleding dragen? Iets onopvallends met hier en daar wat kreukels ofzo? Bij een uiterst goedkope winkelketen schaften wij beiden voor tien Euro een bruin/gouden gilet met bijbehorende driekwart broek aan. Het werkte. Dat jaar kregen wij uitstekende aansluiting met vele auteurs.

In 2009 slaagden wij alweer wonderwel met het aanknopen van gesprekken, dit keer in jurken met beige ruit, à vijf euro per stuk. Oek de Jong raakte volledig uit balans vanwege de opwaaiende zomerjurken en het goede gesprek dat op natuurlijke wijze uit de kennismaking voortvloeide. En hij was niet de enige.

2010 werd het jaar van de gestreepte rokjes. In zeven euro vijftig (exclusief schoenen) gehuld beleefden wij wederom een heerlijk boekenfeest en dat jaar keerden we huiswaarts met een fantastische, op literatuur gestoelde fotoserie.

Inmiddels heb ik alle geheimen van succesvolle literaire kleding doorgrond. Die kennis wil ik graag met u delen. Voor als u op zoek bent naar aanknopingspunten voor gesprekken met auteurs en van vreemde fotoseries houdt.

De kleding:
dient onopvallend te zijn, anders creëert het te veel afstand;
dient liefst zeer goedkoop te zijn (onder een tientje is een must), een auteur heeft zelf ook weinig te besteden en geeft daarom noodgedwongen niets om dure kleding;
dient kuis te zijn, sexy schrikt auteurs enorm af. Hun fantasie is zo groot dat zij geen nadruk van feiten nodig hebben.
heeft een goed effect wanneer er een dubbeling is: een auteur is van nature een observator. Opvallen door dubbelingen is inmiddels een beproefde methode.

Over twee maanden vindt weer de Manuscripta plaats. Onze literaire jurkenjacht is begonnen.