maandag 13 december 2010

Kinderpartijtje

De kroeg ligt in een niet al te fris buurtje, vlak bij het station. Een zaakje vol gestileerde plastic geslachtsdelen ligt er nog geen 20 meter vandaan. Nu, met het kwik ver onder nul, wil je in die buurt liefst helemaal niet vertoeven. Maar je kind wordt slechts eenmaal 18 en daar heb je wat voor over. Een snookerfeestje zou best leuk zijn.

We glibberden het besneeuwde kroegtrapje op, mijn geliefde die blind is en ik. Ik duwde de hoge, zware deur open en het kostte anderhalve seconde om door de muur van bierlucht te breken. Piepend zwaaide de klapdeur achter ons dicht. Toen stonden we binnen, er was geen weg meer terug.

Drie mannen met een keu in de hand staarden ons aan. Verbazing en nieuwsgierigheid streden op hun gezichten om de eer. Ze zagen dan ook geen alledaags kroegvolk, een dame met een lange blinde man aan haar arm. De kennelijke baas, een man met een dun, zwart paardenstaartje, verplaatste zich snel naar zijn comfortzone achter de bar. Hij verloor ons geen seconde uit het oog. Z'n maten draaiden zich langzaam weer naar het spel dat zij speelden.
'Kun je hier ook snookeren?' Vroeg ik.

De onderkaak van Staartmans zakte ver naar beneden. Geschokt staarde hij naar de blinde man, die rustig met zijn hoofd een rondje draaide en de dikke bierwalm proefde met zijn neus. Ik wist al dat hij daar straks iets over zeggen zou, over die walm. De twee mannen bij de tafel stopten abrupt. Ze staarden samen met Staartmans, één keu nog zwevend boven het groene laken, richting blinde. Toen hervond Staartmans zich. Hij rechtte zijn rug, keek mij diep in de ogen en zei resoluut: 'Hier kun je alleen biljarten.'
'Jammer' zei ik. 'Dan gaan we weer', en duwde de klapdeur open.

'Wat een bierlucht.' Zei m'n geliefde.
En ik had jouw witrode stok moeten krijten.... dacht ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten